Onderdeel 1: Standaarden

1) Wettelijke en landelijke standaarden (bijvoorbeeld de WEB en het waarderingskader) worden in onze examenorganisatie gebruikt bij het ontwikkelen, uitvoeren en evalueren van de examinering. (Plan)

2) De wettelijke en landelijke standaarden hebben wij vertaald naar eigen, interne kaders voor examinering. (Do)

3) Externe standaarden en interne kaders zijn bij ons richtinggevend voor de keuzes die we maken rondom examinering. (Do)

4) Regelmatig checken wij of de interne kaders nog actueel zijn en passen bij de landelijke standaarden. (Check)

5) De interne kaders stellen wij bij als hiertoe aanleiding is. (Act)

6) Concluderend: onze interne kaders op het gebied van examinering zijn actueel en passen bij de landelijke standaarden.

Onderdeel 2: Examenbetrokkenen

7) In onze examenorganisatie hebben we, naast de externe kwaliteitseisen, eigen kwaliteitsdoelen/ambities benoemd voor de deskundigheid van examenbetrokkenen. (Plan)

8) Duidelijk beschreven zijn de kwaliteitseisen (deskundigheid, professionaliteit) die wij stellen aan medewerkers die een taak hebben bij het:

• stellen van kaders;
• inkopen/construeren en vaststellen;
• examineren;
• diplomeren;
• managen van examenprocessen
• bewaken/monitoren van de kwaliteit van examenprocessen.

(Plan)

9) Training, coaching, intervisie, begeleiding, et cetera voor de examenbetrokkenen, sluit aan bij de behoeftes en eisen vanuit de examenorganisatie en de betrokkenen zelf. (Do)

10) Wij evalueren de opbrengst van de activiteiten waarmee wij de deskundigheid bevorderen. (Check)

11) De evaluatie van de activiteiten om de deskundigheid te bevorderen, leidt tot verbetervoorstellen voor beleid en een aanpak van deskundigheidsbevordering. (Act)

12) Concluderend: de examenbetrokkenen voldoen aan de in- en externe eisen en doelen voor deskundigheid.

Onderdeel 3: Instrumenten

13) In onze examenorganisatie hebben wij, naast de externe kwaliteitseisen, eigen kwaliteitsdoelen/ambities benoemd voor de instrumenten die we gebruiken in de examencyclus. Denk bij instrumenten aan (digitale) checklists, planningen, formats, handboek, et cetera. (Plan).

14) Er is duidelijk beschreven welke instrumenten wij in onze examenorganisatie moeten gebruiken bij het:

• plannen van de examinering;
• stellen van kaders, inkopen/ontwikkelen en vaststellen, examineren en diplomeren;
• evalueren van de kwaliteit van de examencyclus;
• afleggen van verantwoording over de kwaliteit van de examencyclus en het opstellen van verbeterplannen. 

(Plan)

15) De instrumenten zijn beschikbaar voor degenen die ze nodig hebben. (Do)

16) Tijdens het doorlopen van de examencyclus zetten wij de instrumenten op een adequate manier in. (Do)

17) De kwaliteit van de instrumenten evalueren wij met regelmaat. Daarbij stellen we vast in hoeverre de instrumenten aansluiten bij de kaders, of de instrumenten passen bij de mogelijkheden en context van de eigen examenorganisatie en of ze voldoen aan de kwaliteitsdoelen/ambities. (Check)

18) Op basis van de evaluatie stellen wij de instrumenten regelmatig bij. (Act)

19) Concluderend: onze instrumenten sluiten aan bij de kaders, onze instrumenten passen bij de mogelijkheden en context van de eigen examenorganisatie en ze voldoen aan de kwaliteitsdoelen die we zelf hebben gesteld.

Onderdeel 4: Procedures

20) In onze examenorganisatie hebben we, naast de externe kwaliteitseisen, eigen kwaliteitsdoelen/ambities benoemd voor de examenprocedures. (Plan)

21) Duidelijk is beschreven welke procedures onze examenorganisatie hanteert voor het:

• plannen van de examinering;
• stellen van kaders, inkopen/ontwikkelen en vaststellen, examineren en diplomeren;
• evalueren van de kwaliteit van de examencyclus;
• afleggen van verantwoording over de kwaliteit van de examencyclus en het opstellen van verbeterplannen.

(Plan)

22) De uitwerkingen van de procedures zijn beschikbaar voor iedereen die er mee moet werken. (Plan)

23) Tijdens het doorlopen van de examencyclus werken wij volgens de beschreven procedures. (Do)

24) De kwaliteit van de procedures evalueren wij met regelmaat. We stellen dan vast in hoeverre de procedures aansluiten bij de kaders, of de procedures in de praktijk aansluiten bij de mogelijkheden en context van de eigen examenorganisatie en of ze voldoen aan de kwaliteitsdoelen/ambities (Check)

25) Op basis van de evaluatie stellen wij de procedures regelmatig bij. (Act)

26) Concluderend: onze procedures maken het mogelijk dat onze examenbetrokkenen binnen de gestelde standaarden, met de beschikbare instrumenten tot een efficiënte, betrouwbare en valide examinering komen.

Onderdeel 5: Organisatie

27) In onze examenorganisatie hebben wij, naast de externe kwaliteitseisen, eigen kwaliteitsdoelen/ambities benoemd voor de examenorganisatie. (Plan)

28) Onze examenorganisatie is duidelijk gedefinieerd. Onderstaande onderwerpen zijn bijvoorbeeld duidelijk vastgelegd:

• organisatie-inrichting (taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden);
• beschikbare faciliteiten en systemen;
• managementaanpak;
• overlegstructuur;
• communicatie, organisatiecultuur en gedragsnormen. 

(Plan)

29) In de praktijk verloopt de uitvoering van de examinering volgens de beschrijving van de organisatie-aspecten.(Do)

30) De kwaliteit van de examenorganisatie evalueren wij regelmatig en op verschillende manieren. Hierbij kijken we naar ‘harde’ aspecten, zoals inrichting en faciliteiten, en naar ‘zachte’ aspecten, zoals cultuur en gedrag. (Check)

31) Organisatie-aspecten stellen wij op basis van evaluatie regelmatig bij. (Act)

32) Concluderend: de examenorganisatie is zodanig ingericht dat de betrokkenen op een prettige en efficiënte manier hun taak optimaal kunnen uitvoeren. De examenorganisatie is hierbij faciliterend en vormt een stevig fundament.